Wat jouw herkomst je vertelt over welke plek je inneemt als leider

Wezenloos staart ze voor zich uit. Haar gezicht schuin weggedraaid. Haar kin wat omhoog. De ogen naar boven gericht. Ze is een tijdje ‘weg’. Ik vraag waar ze was. Stilte… “In het lege nergens”, antwoordt ze. Een diepe zucht volgt. Dan ontroering. “Ik weet niet waar ik bij hoor, ik ben zo aan het zoeken.”

Het vraagstuk waar ze mee worstelt gaat over haar plek als leider. Hoort ze bij het team of hoort ze bij het management? Het houdt haar bezig. Ze voelt zich dis loyaal als ze kiest voor het een of voor het ander. Laat ze haar team in de steek als ze kiest voor het management? Hoort ze nog wel bij de managers als ze kiest voor het team?

Voorbij het zichtbare

Wat zich aan mij laat zien in haar beweging is het niet duidelijk innemen van haar plek als leider. Wat maakt dat ze niet stevig kan gaan staan? Welk loyaliteitsconflict zit in de weg? Dat maakt dat ze ‘vertrekt’. Wat in mij omhoog komt is een vraag. Aan wie is ze ontrouw als ze voor een van beiden kiest?

Ze vertelt over hoe verscheurd ze zich voelde als kind. Haar moeder vertrok uit het gezin. Haar vader wilde niet dat er nog contact was. Hoe ze moest kiezen uit zelfbehoud. Hoe ingewikkeld het was. Alsof ze zichzelf in tweeën had gesplitst. Er een helft niet mee mocht doen. Het had een grote invloed op haar leven gehad.

Door hierover te vertellen realiseert ze zich dat ze vaker met dit dilemma overhoop ligt. Ze kan altijd beide kanten van een verhaal begrijpen. Ze is juist goed in het dichten van de kloof tussen management en medewerkers. Maar als het over haarzelf gaat voelt ze hoe lastig het is als ze moet kiezen.

Systemisch bekeken

Je plek innemen als leider gaat over ordening. In een organisatie sta je als leider in de verticale ordening boven je team. Los van organogrammen gaat het hier over een systemische wetmatigheid.

Ordening is een van de basisprincipes van systemisch werk.

Vergelijk het met een familiesysteem. De ouders staan boven de kinderen. De ouders zijn niet ‘een van de kinderen’. In organisaties is het net zo.

Als jij jouw plek als leider niet inneemt dan ontstaat er een verstrikking.

Gedraag je je als teamlid en wil je graag bij de groep horen? Dan is de kans groot dat er onrust komt in het team en dat iemand anders je plek als leider in neemt. De plek van de leider is dus boven het team en bij de andere managers. Het managementteam is de plek van de ‘broers en zussen’. De horizontale ordening.

Krachtige keuze

Ze voelt hoe het loyaliteitsconflict naar haar ouders haar gevangen houdt in het duidelijk innemen van haar plek als leider. Ze weet wat haar te doen staat. Helder en vastberaden zegt ze “Ik hoor bij het managementteam”. In een opstelling maken we dit zichtbaar door haar in een losse positie op te stellen tegenover haar team. En dus niet bij haar team.

De ordening is hersteld, zichtbaar en voelbaar.

Bij het luisteren naar een verhaal reis ik altijd een beetje mee. Waar resoneer ik? Waar ken ik dit zelf van? Wat doet het met mij? Niet om dit te gebruiken in het gesprek of de opstelling maar wel om ‘mijn eigen bochtje’ te maken. Want verhalen raken elkaar. Als begeleider is het van belang dit van jezelf te kennen. Om zo uit de projectie of overdracht te blijven en zuiver te werken.


Terug