Wat is dat toch met aanspreken?

Of eigenlijk met het gebrek aan aanspreken. Zoiets als jezelf achter een grote zonnebril verstoppen? Of jezelf hullen in een rookpluim?

We vinden het maar ingewikkeld. Waarom doen we het niet graag en duiken we er voor weg?

De potentie van botsen

Liever blijven we goede vrienden of collega’s met elkaar. Maar ben je dat wel echt als je alleen voor de ‘pais en vree’ modus kiest? Nee, zeker niet. Het moet ook schuren en botsen. Zonder wrijving geen glans.

If you can’t stand the heat, get out of the kitchen 

Harry S. Truman

Ik denk terug aan prestaties leveren in het volleybalveld. We konden behoorlijk tekeer gaan tegen elkaar, niet negatief bedoeld, wel nodig om samen voor de winst te gaan. Onder de douche waren we het alweer vergeten. Het hoort bij de sport, zeker als je niet alleen ‘voor de leuk’ speelt.

Als je op dat moment valt over de vorm… daar heb je ‘in the heat of the moment’ echt geen tijd voor.

Kortom: de beste prestaties halen mensen in teams die goed zijn ingespeeld op elkaar. Daar hoort ook bij, zeggen waar het op staat. Het vraagt ook inademen en slikken. Niet meteen in de reactie schieten. Zodra je meteen bij jezelf voelt opkomen dat je wilt reageren… Helaas, je laat de feedback niet aankomen en staat klaar voor de verdedigingslinie of erger nog, de tegenaanval.

Durf in de spiegel te kijken. Je leert juist alleen in contact met anderen. Alleen dan kan je jezelf ontwikkelen.

Wees geen puppy

Ik kende de momenten ook. Je werkt je kapot, bent helemaal gegaan voor je resultaat, bent onderhand blind geworden voor je eigen werk en krijgt dan naast veel complimenten ook nog wat feedback. En dan net dat ene ding, dat je eigenlijk wel weet van jezelf en waar dan toch weer iemand over valt, dat blijft hangen in je hoofd. Je vergeet spontaan alle lof die je ook kreeg en gaat jezelf tergen met je eigen minpunt. In het slechtste geval ga je ook nog proberen je eigen gelijk te krijgen door bij anderen te checken of het echt zo erg was.

Puppygedrag noemde een coach van mij dat ooit. En dat hielp. Want wie wil er nu een puppy zijn?

Klinkt aanspreken eigenlijk wel aardig?

Misschien zit het ook wel in het woord. Iemand aanspreken klinkt een beetje in de lijn van ‘iemand iets aandoen’. Met aanspreken doe je iemand eigenlijk ook wel iets aan. Je doet hem namelijk jouw perceptie van de werkelijkheid aan of wat het bij jou oproept. Of erger nog, jouw interpretatie van de regels of het beleid. Bij die laatste jeukt het vaak erg snel.

Iemand aanspreken vanuit ‘dit zijn de regels’ of ‘zo doen we het hier’ is wel het grootste zwaktebod. Spreek liever uit wat je vervelend vindt. Denk een stap verder. Waarom heb je er last van dat iemand zich niet houdt aan wat blijkbaar afgesproken is. Heb het daar over.

Een gesprek over de essentie van iets of welke betekenis je aan iets geeft maakt dat we makkelijker dichter bij elkaar komen. Waarom is iets belangrijk voor jou?

En geef de ander ruimte. Wat vindt die belangrijk? Op waarden vind je elkaar veel sneller, komt je menskant meer naar voren en kan je dit ook koppelen aan ‘hoe past dat bij de bedoeling van de organisatie’.

Van aanspreken naar uitspreken

Aanspreken heeft iets van ‘ik naar de ander’. Zelf vind ik uitspreken een vriendelijker woord. Uitspreken geeft meer gelijkwaardigheid of een andere intentie. De een zegt nog steeds hetzelfde. Maar voor de ander is het misschien makkelijker om te denken, wat wil die ander mij eigenlijk vertellen? En wat kan ik daar van leren?

Dit goed doen met elkaar vraagt moed en kwetsbaarheid. In kwetsbaarheid zit altijd een begin. Als je in staat bent om naar jezelf te kijken en te weten waarom je iets doet of juist laat dan weet je zelf ook wel waar nog winst te halen valt. En als je daaraan werkt hoef je wellicht niet aangesproken te worden?

De grootste ontlading ontstaat toch als iemand zegt “als ik heel eerlijk ben, dan klopt het ook wel dat …”


Terug